5 fouten tijden mijn eerste photoshoot (en hoe jij ze kunt vermijden)

vrouw op bank

Laatst vond ik het bronmateriaal van een van mijn eerste fotoshoots terug op mijn NAS. Ik weet het nog goed: mijn eerste echte fotoshoot met een model. Alles perfect voorbereid. Totdat ik thuiskwam en het beeldmateriaal op mijn computerscherm zag. Oh nee, wat heb ik gedaan? schoot door mijn hoofd terwijl ik door honderden foto’s scrollde: ruis, vreemde kleuren en afgesneden handen.

De perfecte voorbereiding die niet perfect bleek

Weken had ik aan deze shoot gewerkt. Het model en ik hadden alles doorgesproken. We hadden een gedetailleerde shootlist gemaakt, compleet met een moodboard vol inspiratie. Ik had een checklist aangelegd voor mij en mijn model. Extra batterijen? Check. Geheugenkaarten? Dubbel check. Verlengkabels? Een hele box vol. Het model was relaxed en professioneel. Alles wees op succes. Maar zoals fotograaf Annie Leibovitz ooit zei: “Het ding met fotografie is dat je nooit uitgeleerd bent. Elke shoot leert je iets nieuws.” En man, wat heb ik veel geleerd die dag!

(en ik hoop jij nu ook)

De ISO-roulette die niemand wil spelen

Mijn eerste fout was het instellen van een te breed ISO-bereik in plaats van een vaste waarde en het schietren met enkel daglicht en een kleine backlight. Op het kleine LCD-scherm van mijn camera zagen de foto’s er perfect belicht uit. De Fujifilm X-T50 deed zijn werk, dacht ik. Maar wat ik niet zag tijdens het fotograferen was dat de camera vrolijk koos voor ISO 1200 wanneer het wat donkerder werd. Het resultaat? Foto’s die eruitzagen alsof ze door een zandstorm waren gefotografeerd. Een te hoge ISO zorgt niet alleen voor ruis maar maakt hierdoor de foto ook onscherp. Gelukkig schoot ik op 50 megapixel en waren de foto’s bedoeld voor social media, waar de resolutie lager is. Maar de uren die ik kwijt was aan retoucheren had ik liever anders besteed.

Hoge ISO zorg voor ruis en onscherpte

Wanneer Fujifilm-filmsimulaties je te grazen nemen

Fujifilm staat bekend om zijn prachtige filmsimulaties. Velvia, Provia, Classic Chrome – ze bootsen allemaal iconische analoge films na. Ik koos voor Velvia omdat ik hield van levendige kleuren. Wat ik mij te laat besefte? Velvia is ontworpen voor landschapsfotografie en maakt kleuren extreem verzadigd. Mijn model zag eruit alsof ze net uit een neonverf-gevecht kwam. De huidtinten waren oranje, de blauwe achtergrond schreeuwde van het scherm af. Ik fotografeer gelukkig altijd in RAW+JPEG. Voor bewerking kon ik vertrouwen op de RAW-bestanden. Helaas kost het retoucheren veel etra werk.

De achtergrond die een eigen leven leidde

Je kent het vast wel van vakantiekiekjes: iemand met een boom die uit zijn hoofd groeit. Tijdens mijn shoot was ik zo gefocust op mijn model dat ik de achtergrond compleet negeerde. Een grote plant leek op sommige foto’s uit haar hoofd te groeien. Op andere shots was de achtergrond zo druk dat je model bijna niet meer zag. Het klonen en retoucheren in Photoshop kostte me uren. Volgens een onderzoek van PetaPixel is een rommelige achtergrond de nummer één fout bij portretfotografie. Nu check ik altijd eerst mijn achtergrond voordat ik begin met fotograferen.

De 18mm close-up catastrofe

Ik werkte met een 18-55mm lens en er was te weinig bewegingsruimte om afstand te nemen. Waarom niet even lekker uitzoomen op 18mm? Het resultaat was hilarisch en verschrikkelijk tegelijk. Een brandpuntsafstand van 18 mm is een groothoeklens, ideaal als je wijde landschappen wilt fotograferen. Helaas vertekent deze brandpuntsafstand ook enorm. De handen van mijn model werden reusachtig. Dit heet barrelvormige vervorming, een fenomeen waarbij objecten aan de randen van het beeld worden uitgerekt. Professionele portretfotografen gebruiken vaak 50-85mm lenzen voor portretten. Dit geeft een natuurlijke compressie en mooie achtergrondvervaging. Gelukkig zag ik het tijdig en hebben we enkele foto’s opnieuw geschoten.

Het croppen tijdens de photoshoot

Dit was misschien wel mijn meest frustrerende fout tijdens de hele fotoshoot. In mijn enthousiasme om de “perfecte compositie” te krijgen, cropte ik veel te strak in de camera. Vingertoppen die net buiten beeld vallen. Een elleboog die half is afgesneden. Een schoen die mist. En dat terwijl ik met 50 megapixel fotografeerde! Die resolutie geeft je alle ruimte om later bij te snijden. Geef jezelf altijd wat ademruimte. “Je kunt altijd croppen in post-productie, maar je kunt nooit pixels toevoegen die er niet zijn.

De lessen die ik meeneem naar elke shoot

Deze eerste fotoshoot was een masterclass in wat er mis kan gaan, zelfs met de beste voorbereiding. Maar ik moet ook eerlijk zijn: de photoshoot leverde ook prachtige foto’s op!

Deze fouten hebben me een betere fotograaf gemaakt. Ik stel nu altijd mijn ISO handmatig in, meestal tussen 100 en 400 voor studioportretten. Mijn filmsimulaties test ik vooraf uit. De achtergrond inspecteer ik voordat ik ook maar één foto neem. Voor portretten gebruik ik mijn 50mm f/2.4 lens. En ik geef mezelf altijd extra ruimte rondom mijn onderwerp (als het lukt).

Conclusie

Die eerste shoot leverde uiteindelijk nog steeds prachtige foto’s op, na véél nabewerkingstijd. De belangrijkste les? Fouten maken hoort erbij. Zoals de beroemde straatfotograaf Henri Cartier-Bresson zei: “Je eerste 10.000 foto’s zijn je slechtste.” Maar elke fout is een leerkans. Analyseer je foten en leer ervan! En eerlijk? Die imperfecte foto’s herinneren me eraan hoe ver ik ben gekomen. Ze hangen nog steeds aan mijn studiomuur, als dagelijkse reminder om te blijven leren.

Welke fouten maakte jij tijdens je eerste shoots? Deel je verhaal in de comments hieronder. We kunnen allemaal leren van elkaars ervaringen!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *