Wat ik anders zou doen als beginnende fotograaf

Wat ik anders zou doen als beginnende fotograaf

Mijn eerste betaalde opdracht was een ramp. Ik verscheen met een rugzak vol spullen die ik nauwelijks beheerste, schoot alles op automatisch en hoopte dat Photoshop mijn fouten zou redden. Spoiler: dat deed het niet. Vijftien jaar en duizenden shoots later kijk ik terug op die versie van mezelf met een mix van medelijden en herkenning. Want eerlijk? Ik had het mezelf véél makkelijker kunnen maken.

Stop met gear verzamelen, start met licht begrijpen

Ik gaf in mijn eerste jaar meer uit aan lenzen dan aan enige vorm van educatie. Drie zoomlenzen, een 50mm, een flitser die ik niet snapte. Intussen kon ik je niet uitleggen wat het verschil was tussen hard en zacht licht. Wat een verspilling. Licht is de basis van fotografie, letterlijk. De term ‘fotografie’ komt van het Griekse ‘photos’ (licht) en ‘graphein’ (tekenen). Je tekent met licht. Punt. Toch investeerde ik in apparatuur terwijl ik niet eens wist hoe daglicht zich gedraagt door een raam. Tegenwoordig leer ik mijn mentees eerst observeren: hoe valt het licht op verschillende momenten? Waar zijn de schaduwen? Hoe verandert de kwaliteit tussen 10 uur ’s ochtends en 16 uur ’s middags? Zoals fotograaf Neil van Niekerk stelt: “Understanding light is more important than understanding your camera.” Die man heeft gelijk.

Schiet minder, kijk meer

Digitale fotografie verleidt je tot spray & pray. Driehonderd foto’s per shoot? Geen probleem. Behalve dat het wél een probleem is. Ik merkte pas na jaren dat ik niet echt keek. Ik drukte gewoon af en hoopte dat er tussen die berg iets bruikbaars zat. Analoge fotografen hadden het beter voor elkaar, gedwongen door de beperking van 36 opnames per rolletje. Zij moesten nadenken vóór ze de sluiter bedienden. Probeer dit: beperk jezelf tot 50 foto’s per sessie. Dwing jezelf om te componeren, te wachten op het juiste moment, bewust te kiezen. Je selectieproces wordt eenvoudiger en je fotografische oog scherper. Magnum-fotograaf Alex Webb zei ooit dat hij soms urenlang op één plek blijft staan, wachtend tot alle elementen samenkomen. Dat geduld, die discipline, daar groei je van.

Wat ik anders zou doen als beginnende fotograaf

Leer je camera blind bedienen

Technische beheersing klinkt saai, maar het is bevrijdend. Ik miste cruciale momenten omdat ik naar mijn camera moest kijken om instellingen te veranderen. Een spontane glimlach, een perfecte lichtval, een onbewaakt moment – weg. Waarom? Omdat ik stond te klooien met knoppen. Neem één avond per week en oefen zonder door de zoeker te kijken. Verander je diafragma, sluitertijd en ISO met je ogen dicht. Klinkt overdreven? Misschien. Maar in het veld maakt het het verschil tussen een foto en een gemiste kans. Je brein moet deze handelingen automatiseren, zodat je bewuste aandacht naar compositie en emotie kan gaan. Denk aan een pianist die niet naar zijn vingers hoeft te kijken. Dezelfde principes gelden hier.

Shoot in RAW vanaf dag één

Ik fotografeerde twee jaar in JPEG omdat ik dacht dat RAW te ingewikkeld was. Wat een gemiste kansen. RAW-bestanden bevatten alle data die je sensor vastlegt, JPEG gooit 70% weg om een kleiner bestand te maken. Concreet: een RAW-bestand heeft 12 tot 14 stops dynamisch bereik, JPEG ongeveer 8. Dat betekent dat je in RAW veel meer detail terughaalt uit schaduwen en hooglichten. Een onderbelichte foto? In RAW vaak nog te redden. In JPEG? Vergeet het maar. Ja, de bestanden zijn groter. Ja, je hebt bewerkingssoftware nodig. Maar de flexibiliteit die je krijgt is onbetaalbaar. Ik heb shoots uit mijn JPEG-periode die ik nu niet kan redden, terwijl de belichting net iets ernaast zat. Die foto’s zijn verloren. Leer van mijn fout.

Investeer in één goede prime lens

Zoomlenzen zijn handig, maar ze maken je lui. Je blijft op dezelfde plek staan en zoomt in plaats van te bewegen. Beweging verandert perspectief, en perspectief verandert verhalen. Mijn fotografische doorbraak kwam met een simpele 35mm f/1.8. Geforceerd om met mijn voeten te zoomen, ontdekte ik hoe positie alles verandert. Drie stappen naar voren en je onderwerp wordt dominant. Twee stappen opzij en de achtergrond transformeert. Bovendien dwingen primelenzen je na te denken over kadrering voordat je de camera omhoog brengt. Een student vertelde me onlangs: “Die 50mm voelde eerst als een beperking, nu voelt mijn zoomlens als een handicap.” Precies dat.

Kopieer meesters zonder schaamte

Originaliteit is overschat, zeker in het begin. Ik verspilde energie aan het proberen ‘uniek’ te zijn terwijl ik de basis niet beheerste. Betere aanpak: kies vijf fotografen die je bewondert en analyseer hun werk meedogenloos. Hoe belichten ze? Welke hoeken kiezen ze? Hoe componeren ze? Ga dan naar buiten en reconstrueer hun foto’s met jouw onderwerpen. Dit is geen plagiaat, dit is leren. Picasso zei: “Good artists copy, great artists steal.” Hij bedoelde: begrijp de principes achter het werk, maak ze van jezelf. Ik besteedde maanden aan het bestuderen van Henri Cartier-Bresson zijn composities. Die analyse vormde mijn fotografische fundament meer dan welke theorie ook.

Negeer social media cijfers

Instagram bestond nog niet toen ik begon, en achteraf was dat een zegen. Tegenwoordig zie ik jonge fotografen die obsessief likes tellen in plaats van hun vak te leren. Die validatie is giftig. Ze gaan foto’s maken die algoritmes plezieren in plaats van foto’s die verhalen vertellen. Resultaat? Oppervlakkig werk dat er hetzelfde uitziet als duizend andere accounts. Mijn advies: post als je wilt, maar meet je groei niet in volgers. Meet het in de kwaliteit van je laatste tien foto’s vergeleken met je eerste tien. Vraag jezelf: vertel ik betere verhalen? Beheers ik licht beter? Zijn mijn composities sterker? Die antwoorden vind je niet in een like-counter.

Print je werk, altijd

Digitale foto’s zijn efemeer, ze verdwijnen in mappenstructuren en harde schijven. Geprinte foto’s dwingen je tot keuzes en confronteren je met kwaliteit. Een foto die er goed uitziet op een schermpje van 6 inch kan teleurstellend zijn op A4. Scherpte, kleur, toon – alles wordt zichtbaar op papier. Bovendien verandert print je relatie met je werk. Het wordt tastbaar, permanent. Ik print elke maand mijn beste vijf foto’s en hang ze op. Na een jaar zie ik mijn progressie letterlijk aan de muur. Die fysieke confrontatie met je ontwikkeling is krachtiger dan welke digitale portfolio ook. Plus, het dwingt je kritisch te zijn. Welke foto’s verdienen de investering van inkt en papier? Die selectie scherpt je oordeel.

Wat zou jij anders doen als je opnieuw kon beginnen? Deel je ervaringen hieronder, ik ben benieuwd welke lessen jij hebt geleerd.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *