Jouw portretten missen karakter en je weet niet precies waarom? Het probleem ligt vaak niet aan je camera, maar aan drie cruciale elementen die je volledig onder controle hebt. Slechte belichting zorgt voor vlakke gezichten, zwakke compositie maakt je foto’s saai en ongemakkelijke modellen leveren geforceerde uitdrukkingen op. Daarnaast speelt je lenskeuze een doorslaggevende rol in het eindresultaat.
De juiste belichting creëert dimensie
Natuurlijk licht vanaf een groot raam werkt vaak beter dan je flitser. Plaats je model twee meter van het raam af en laat het licht schuin op het gezicht vallen. Dit creëert subtiele schaduwen die dimensie geven. Bij kunstlicht gebruik je een softbox van minimaal 60×60 centimeter op 45 graden van je model. De lichtsterkte stel je zo in dat je gezicht goed belicht is zonder overbelichting op de huid. Meet altijd de belichting op het gezicht, niet op de kleding. Voor dramatische portretten plaats je één lichtbron laag en laat je de andere helft van het gezicht in schaduw verdwijnen. Lees in een van mijn andere artikelen meer over belichting in portretfotografie.
Compositie bepaalt de impact van je foto
De regel van derden werkt uitstekend bij portretten, maar vergeet hem ook gerust eens. Plaats de ogen precies in het midden voor intimiteit, of gebruik symmetrie voor krachtige headshots. De achtergrond moet je model ondersteunen, niet afleiden. Een open diafragma van f/2.8 of groter scheidt je onderwerp van de achtergrond. Let op storende elementen die uit het hoofd lijken te groeien. Varieer je invalshoeken: fotografeer eens vanaf net onder of boven ooghoogte voor verschillende perspectieven. Close-ups van alleen het gezicht hebben meer emotionele impact dan foto’s waar het hele lichaam zichtbaar is.

Lenskeuze beïnvloedt gezichtsverhoudingen
Een 85mm lens op een full-frame camera is ideaal voor portretten omdat deze natuurlijke verhoudingen weergeeft. Bij 50mm moet je dichter bij je model staan, wat gezichtstrekken kan vervormen. Langere lenzen zoals 135mm geven prachtige achtergrondvervaging maar vereisen meer ruimte. Groothoeklenzen van 35mm of korter gebruik je alleen voor creatieve vervormingseffecten.
De minimale scherptediepte bereken je door je brandpuntsafstand te delen door je f-stop nummer. Bij 85mm en f/2.0 is dat ongeveer 4 centimeter scherptediepte bij 2 meter afstand.
Contact maken met je model
Praat tijdens het fotograferen en leg uit wat je doet. Dit stelt je model op zijn gemak en voorkomt onnatuurlijke poses. Geef concrete aanwijzingen zoals “draai je schouders naar links” in plaats van vage opmerkingen. Maak eerst testfoto’s zonder druk en laat deze zien op je camera-lcd. Zo bouw je vertrouwen op. Fotografeer tussen de poses door, want de beste uitdrukkingen ontstaan vaak in spontane momenten. Een genuine glimlach herken je aan de ogen – deze moeten meelachen voor een overtuigend resultaat.
Nu kun je direct aan de slag om betere portretten maken tot een automatisme te maken. Start met één element tegelijk: focus eerst op belichting, dan op compositie en tenslotte op de interactie met je model. Welke tip ga jij als eerste uitproberen? Deel je ervaringen en resultaten in de reacties hieronder.

Leuk dat je mijn artikel gelezen hebt. Ik ben Floris en met mijn trouwe Nikon Z7 II trek ik erop uit om de wereld vast te leggen. In de weekenden wandel ik regelmatig en uiteraard gaat de camera mee. Mijn specialiteit? Dat is best lastig. Als ik een ding zou moeten noemen dan is het minimalistische natuurfotografie die de essentie van een landschap vangt. Maar ik houd ook veel van het fotograferen van mensen ‘in het wild’.
Ik wil graag fotografie toegankelijk maken voor iedereen. Ik geloof dat iedereen een verhaal kan vertellen door fotografie – ik help je alleen de juiste knoppen te vinden om dat verhaal echt tot leven te brengen! Vind je mijn verhaal leerzaam, laat het me weten!
