Waarom ziet de huid op mijn studiofoto’s er zo rood uit?

Waarom kloppen de kleuren van mijn foto niet?

Vorige maand stond ik in mijn fotostudio met een nieuwe klant. Ze wilde zakelijke portretten. Ik had alles perfect ingesteld, dacht ik. Twee flitsers, witte achtergrond, camera op statief. Maar toen ik de foto’s op mijn computerscherm bekeek, schrok ik. De huid zag knalrood. De witte achtergrond vertoonde grijze vlekken. Mijn klant keek over mijn schouder mee en vroeg: “Is dat normaal?” Nee, dat was het niet. En ik wist precies wat er mis was gegaan.

Het probleem zit in je witbalans

Als je in een fotostudio werkt met flitsers en een witte achtergrond, verwacht je perfecte kleuren. Maar de realiteit is anders. Het eerste probleem is bijna altijd de witbalans. Je camera probeert te raden welke lichtkleur “wit” is. Daglicht heeft een kleurtemperatuur van ongeveer 5500 Kelvin. Studioflitsers zitten daar ook rond. Maar als je camera op “automatische witbalans” staat, kan hij de verkeerde keuze maken. Vooral als er meerdere lichtbronnen zijn en een hele witte achtergrond. Denk aan een raam in je studio, of een gewone lamp die nog aanstaat. Je camera ziet dan gemengd licht en raakt in de war. Het resultaat? Rode huidtinten en een achtergrond die niet wit is.

Ik fotografeer al vijftien jaar in studioomgevingen. Mijn belangrijkste les: vertrouw nooit op automatische witbalans. Stel je camera in op “flits” of “5500K”. Nog beter is het om een grijskaart te gebruiken. Fotografeer die voor elke sessie en stel je witbalans daarop in. Dit kost dertig seconden, maar bespaart je uren frustratie achteraf. Fotograaf David Hobby schrijft op zijn website: “Custom white balance is the single most important step in studio photography that beginners skip.” Hij heeft volkomen gelijk.

De afstand tussen onderwerp en achtergrond

Een fout die ik zelf ook maakte toen ik mijn eerste fotostudio inrichtte: het onderwerp staat te dicht bij de achtergrond. Als je model op vijftig centimeter van de witte muur staat, krijg je twee problemen. Ten eerste kaatst het licht van de achtergrond terug op je model. Dit geeft een vreemde gloed, vooral aan de achterkant. Ten tweede valt de schaduw van je model op de achtergrond. Zelfs met twee flitsers blijft er een schaduw zichtbaar. De oplossing is afstand creëren. Zet je model minstens anderhalve meter van de achtergrond. Liever nog twee meter als je ruimte hebt.

Fotojournalist Joe McNally legt dit uit in zijn boek “The Hot Shoe Diaries”. Hij schrijft: “Distance is your friend in the studio. It separates your subject light from your background light.” Ik pas dit principe altijd toe. Meer afstand betekent meer controle. Je kunt je model belichten zonder dat de achtergrond mee wordt belicht. En andersom kun je de achtergrond feller maken zonder dat je model overbelicht raakt. Dit is essentieel voor professionele resultaten in je fotostudio.

Rode huid door je flitserkeuze

Nu het echte probleem: waarom ziet de huid er rood uit? Dit heeft te maken met de kleurtemperatuur van je flitsers. Goedkope flitsers hebben soms een kleurtemperatuur die afwijkt. In plaats van 5500K geven ze 6000K of zelfs 6500K. Dat is koeler, meer blauw. Je camera compenseert dit door warmere tinten toe te voegen. Het resultaat is rood in de huidtonen. Ik heb dit zelf meegemaakt met budgetflitsers van een Chinees merk. Ze kostten honderd euro per stuk. Maar de kleurconsistentie was verschrikkelijk.

De oplossing is investeren in kwalitatieve studioflitsers. Merken zoals Profoto, Elinchrom of Godox (hun hogere modellen) hebben consistente kleurtemperaturen. Ze geven allemaal hetzelfde licht, sessie na sessie. Ja, ze zijn duurder. Maar voor een fotostudio zijn ze essentieel. Als je budget beperkt is, koop dan één goede flitser in plaats van drie slechte. Je kunt altijd uitbreiden. Maar je kunt niet werken met flitsers die verschillende kleuren geven. Volgens een onderzoek van DxOMark uit 2019 varieert de kleurtemperatuur van goedkope flitsers tot 800 Kelvin tussen verschillende units. Dat is enorm.

Waarom kloppen de kleuren van mijn foto niet?

Meet je licht, gok niet

Ik kan dit niet genoeg benadrukken: koop een lichtmeter. Niet een app op je telefoon. Een echte lichtmeter zoals de Sekonic L-308X of de Gossen Digipro F2. Deze apparaten meten het invallende licht, niet het gereflecteerde licht zoals je camera doet. Het verschil is cruciaal. Je camerameter wordt beïnvloed door de kleur van kleding, de achtergrond, alles. Een lichtmeter meet alleen het licht dat op je onderwerp valt. Zo weet je exact welke f-stop je nodig hebt.

Hier is hoe ik werk in mijn fotostudio. Eerst stel ik mijn hoofdlicht in. Ik meet bij het gezicht van mijn model. Stel dat ik f/8 meet. Mooi. Dan stel ik mijn opvullicht in, meestal één stop lager op f/5.6. Dit geeft een mooie lichtverhouding van 2:1. Vervolgens meet ik mijn achtergrondlicht. Ik wil dat minstens één stop helderder dan mijn hoofdlicht, dus f/11 of f/16. Zo krijg je een perfect witte achtergrond zonder dat het licht overloopt naar je onderwerp. Deze methode werkt altijd. Geen giswerk, geen frustratie achteraf.

Kleurprofielen en monitorkalibratie

Soms ligt het probleem niet in je fotostudio, maar op je computer. Als je foto’s er op je camera goed uitzien, maar op je computer rood, check dan je monitor. Is die gekalibreerd? Een ongekalibreerde monitor kan kleuren compleet verkeerd weergeven. Ik gebruik een X-Rite ColorMunki voor kalibratie. Eens per maand kalibreer ik mijn schermen. Dit duurt tien minuten en voorkomt kleurproblemen.

Daarnaast is je kleurprofiel belangrijk. Werk je in RAW? Gebruik dan Adobe RGB of ProPhoto RGB als kleurruimte. Deze hebben meer kleuren dan sRGB. Als je in JPEG fotografeert, stel dan je camera in op Adobe RGB. Check ook je exportinstellingen. Als je foto’s uploadt naar het web, converteer dan naar sRGB. Browsers en sociale media gebruiken sRGB. Als je Adobe RGB uploadt, zien de kleuren er dof en rood uit. Dit is een veelgemaakte fout. Zelfs ervaren fotografen vergeten dit soms. Adobe heeft hier een goede uitleg over op hun website: Adobe Color Settings.

Praktische checklist voor je volgende studiosessie

Laat me alles samenvatten in een praktische checklist. Dit zijn de stappen die ik volg voor elke sessie in mijn fotostudio. Ze garanderen consistente, accurate kleuren:

  • Schakel alle andere lichtbronnen uit (ramen dicht, lampen uit)
  • Stel je camera in op witbalans “flits” of 5500K
  • Fotografeer een grijskaart en stel custom witbalans in
  • Meet je hoofdlicht met een lichtmeter, stel in op gewenste f-stop
  • Meet je opvullicht, één stop lager dan hoofdlicht
  • Meet beide achtergrondflitsers, zorg dat ze gelijk zijn
  • Stel achtergrondlicht in op minimaal één stop helderder dan hoofdlicht
  • Plaats je onderwerp minstens anderhalve meter van de achtergrond
  • Maak een testfoto en check de histogram
  • Controleer of de achtergrond egaal wit is zonder overbelichting

Deze checklist lijkt misschien overdreven. Maar na verloop van tijd doe je dit automatisch. Het wordt routine. En het scheelt je zoveel tijd in postproductie. Portretfotograaf Sue Bryce zegt hierover: “Spend five minutes setting up your lights correctly, or spend five hours fixing it in Photoshop.” Ik ben het volledig met haar eens. Investeer de tijd vooraf.

Wanneer je toch moet corrigeren in postproductie

Soms gaat er iets mis. Je vergeet een instelling, of een flitser geeft plotseling minder vermogen. Dan moet je corrigeren in postproductie. Voor rode huidtinten gebruik ik de HSL-schuifregelaars in Lightroom. Ga naar de oranje en rode kanalen. Verlaag de saturatie met 10-15 procent. Verschuif de tint iets naar geel. Dit neutraliseert de roodheid zonder dat de huid er grijs uitziet. Voor de achtergrond gebruik ik het penseel-gereedschap. Selecteer de achtergrond en verhoog de belichting tot hij wit is. Maar pas op: dit is symptoombestrijding. Los het echte probleem op in je fotostudio.

Voor ernstige kleurproblemen kun je ook een kleurkaart gebruiken. De X-Rite ColorChecker Passport is populair. Je fotografeert deze kaart onder je studiobelichting. Vervolgens gebruik je de bijbehorende software om een kleurprofiel te maken. Dit profiel pas je toe op al je foto’s van die sessie. Het corrigeert automatisch kleurafwijkingen. Ik gebruik dit voor commerciële opdrachten waar kleurnauwkeurigheid cruciaal is. Denk aan productfotografie of fashion. Voor portretten is het meestal niet nodig als je je fotostudio goed hebt ingesteld.

Heb jij ook problemen met kleuren in je studiofoto’s? Of heb je een andere oplossing gevonden? Deel je ervaringen in de reacties. Ik ben benieuwd welke uitdagingen je tegenkomt en hoe je die aanpakt. Samen leren we allemaal sneller.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *