Vorige week stond ik naast een collega-fotograaf tijdens een concert. Terwijl ik soepel schakelde tussen ISO 3200 en 6400, zag ik hem worstelen met onderbelichte foto’s bij ISO 400. “Je krijgt toch verschrikkelijke ruis bij hogere waardes?” fluisterde hij bezorgd. Deze opmerking hoor ik zo vaak dat het tijd wordt om definitief af te rekenen met de hardnekkigste ISO misverstanden die fotografen tegenhouden.
Wat ISO in je digitale camera werkelijk doet
Laten we beginnen met het grootste misverstand: ISO verhoogt niet de gevoeligheid van je sensor. Ik weet het, dit staat haaks op wat je waarschijnlijk hebt geleerd. De sensor heeft maar één gevoeligheid, punt. Wat gebeurt er dan wel? ISO is simpelweg een versterking van het signaal dat je sensor opvangt – vergelijkbaar met het harder zetten van je stereo. Je sensor vangt een bepaalde hoeveelheid licht op (fotonen), zet dit om in een elektrisch signaal, en ISO bepaalt hoeveel dit signaal wordt versterkt voordat het wordt omgezet naar je digitale bestand.
Dr. Emil Martinec van de Universiteit van Chicago legt het perfect uit in zijn onderzoek: “ISO is geen sensoreigenschap maar een post-capture amplificatie.” Dit betekent dat je camera het signaal versterkt nadat de opname is gemaakt. Bij ISO 100 gebruikt je camera de ruwe sensordata zonder extra versterking. Bij ISO 3200 wordt datzelfde signaal 32 keer versterkt. Het cruciale punt? De hoeveelheid opgevangen licht blijft identiek – alleen de interpretatie ervan verandert.

Signal-to-noise ratio – waarom licht belangrijker is dan ISO
Nu we weten wat ISO werkelijk doet, kunnen we het belangrijkste concept in digitale fotografie bespreken: de signal-to-noise ratio (SNR). Elke sensor produceert ruis – kleine willekeurige variaties in het elektrische signaal. Deze ruis is er altijd, ongeacht je ISO-waarde. De SNR bepaalt hoeveel van je beeld nuttig signaal is versus storende ruis. Een hogere SNR betekent een schoner beeld met meer detail.
Hier komt de eye-opener: ruis ontstaat niet door hoge ISO, maar door gebrek aan licht. Als je sensor weinig fotonen opvangt (laag signaal), wordt de altijd aanwezige ruis relatief prominenter. ISO versterkt zowel het signaal als de ruis proportioneel – de verhouding blijft gelijk. Wat je ziet bij hoge ISO is niet “ISO-ruis” maar de zichtbaar gemaakte ruis die er al was door onvoldoende licht. Dit verklaart waarom een foto op ISO 6400 in fel daglicht er prima uitziet, terwijl dezelfde ISO-waarde in een donkere ruimte problematisch wordt.
ISO invariance – het geheim van moderne sensoren
Moderne cameras van Sony, Nikon en Fujifilm bezitten een fascinerende eigenschap: ISO invariance. Dit betekent dat het weinig uitmaakt of je de versterking in de camera toepast (hoge ISO) of achteraf in Lightroom (exposure adjustment). Een foto op ISO 100 die ik vier stops ophaal in post-processing geeft vrijwel hetzelfde resultaat als dezelfde foto direct geschoten op ISO 1600.
Waarom is dit revolutionair? Het betekent dat je zonder angst kunt onderbelichten om highlights te behouden, wetende dat je de schaduwen later probleemloos kunt ophalen. Sinds ik de ISO-invariance van mijn camera begrijp, maak ik me geen zorgen meer over het ‘juiste’ ISO-getal. Ik kies wat praktisch is voor mijn sluitertijd en diafragma. Deze kennis bevrijdt je van de krampachtige focus op lage ISO-waardes.
De mythe van base ISO ontmaskerd
Base ISO (meestal 100 of 64) wordt gepresenteerd als het heilige graal van beeldkwaliteit. Technisch gezien klopt het dat base ISO de hoogste dynamische range en beste kleurdiepte biedt. Maar de verschillen zijn vaak minimaal en alleen zichtbaar onder extreme omstandigheden. Ik heb talloze prints van 100×70 cm gemaakt van foto’s op ISO 800, en niemand heeft ooit geraden dat ze niet op base ISO zijn geschoten.
Het dogmatisch vasthouden aan base ISO leidt tot gemiste kansen. Tijdens een recent portretproject in natuurlijk licht koos ik bewust voor ISO 400 om een sluitertijd van 1/250s te halen. De alternative – ISO 100 met 1/60s – zou bewegingsonscherpte hebben opgeleverd. Een scherpe foto met minimale ruis op ISO 400 is altijd beter dan een onscherpe foto op ISO 100. DxOMark’s sensortests tonen aan dat moderne cameras tot ISO 1600 nauwelijks kwaliteitsverlies vertonen.
Extended ISO – marketingtruc of brubare functie?
Camera’s adverteren met astronomische ISO-waardes zoals 409.600 of zelfs hoger. Deze “extended” ISO-waardes zijn meestal digitale trucs waarbij het beeld wordt opgehelderd zonder echte signaalversterking. Het resultaat? Overmatige ruis, verlies van detail en slechte kleuren. Ik gebruik extended ISO alleen in noodsituaties waar het alternatief geen foto is. Voor wildlife-fotografie in het schemerdonker kan ISO 25.600 het verschil maken tussen wel of geen bruikbare opname.
AI noise reduction verandert alle regels
De komst van AI-gestuurde ruisonderdrukking heeft de ISO misverstanden definitief achterhaald gemaakt. Software zoals DxO PureRAW 3 en Topaz Photo AI herstelt detail dat vroeger verloren ging. Deze technologie werkt vooral goed met RAW-bestanden omdat ze de originele sensordata analyseert. Het algoritme herkent patronen in de ruis en kan deze intelligent verwijderen zonder detail te verliezen. De beste resultaten krijg je door de ruisonderdrukking als eerste stap in je workflow toe te passen, nog voor andere bewerkingen.
Praktische strategie voor ISO-keuze
Vergeet de oude regel van “ISO zo laag mogelijk”. Mijn moderne aanpak: kies eerst je creatieve parameters (diafragma voor scherptediepte, sluitertijd voor beweging), dan pas ISO voor correcte belichting. Een onderbelichte foto op ISO 100 die je moet ophalen is slechter dan een correct belichte foto op ISO 1600. Het signaal-ruisverhouding principe dicteert dat meer licht altijd beter is, ongeacht de ISO.
Voor portretfotografie gebruik ik zonder problemen ISO 800-3200 voor natuurlijk licht situaties. Bij landschappen op statief blijf ik meestal onder ISO 400, niet vanwege ruis maar voor maximale flexibiliteit in nabewerking. Sportfotografie vraagt wat nodig is – liever een scherpe foto op ISO 6400 dan een onbruikbare op ISO 800. Test je eigen camera om de praktische grenzen te ontdekken. Maak een reeks identieke foto’s van ISO 100 tot 12.800 en beoordeel ze op je normale viewing grootte.
Wanneer hoge ISO echt problematisch wordt
Er zijn situaties waar lage ISO wel degelijk voordelen biedt. Bij lange belichtingen accumuleert thermische ruis, vooral merkbaar boven ISO 800. Voor astrofotografie is de balans tussen korte sluitertijd (tegen sterrensporen) en acceptabele ruis cruciaal – meestal land ik op ISO 1600-3200. Video vraagt ook om conservatievere ISO-waardes omdat ruis in bewegend beeld storrender is dan in foto’s. Studio-werk met flitsers? Geen reden om boven ISO 200 te gaan dankzij het overvloedige kunstlicht.
De technische realiteit blijft dat elke ISO-verhoging theoretisch de beeldkwaliteit vermindert. Maar praktisch gezien zijn deze verschillen vaak verwaarloosbaar vergeleken met andere factoren zoals focus, compositie en timing. Roger Clark’s uitgebreide analyse toont aan dat moderne sensoren tot verrassend hoge ISO-waardes uitstekend presteren.
Tijd om je ISO-angst los te laten
Na vijftien jaar professioneel fotograferen kan ik met zekerheid zeggen: de angst voor hoge ISO is grotendeels ongegrond met moderne cameras. De combinatie van verbeterde sensortechnologie, ISO-invariante sensoren en AI-ruisonderdrukking heeft de oude regels obsoleet gemaakt. Stop met het compromitteren van je creatieve visie vanwege een irrationele angst voor ISO-waardes boven 400.
Experimenteer deze week met hogere ISO-waardes dan je gewend bent. Fotografeer hetzelfde onderwerp op verschillende ISO’s en vergelijk de resultaten op je normale viewing grootte – niet op 400% zoom. Je zult versteld staan van wat acceptabel en zelfs excellent is. De bevrijding van ISO-angst opent nieuwe mogelijkheden: fotograferen bij natuurlijk licht, snellere sluitertijden voor scherpere resultaten, en meer spontane momenten vastleggen zonder statief.
Deel je ervaringen met hoge ISO in de comments. Wat is de hoogste ISO die je durft te gebruiken? Heeft dit artikel je perspectief veranderd? Laten we samen de ISO misverstanden de wereld uit helpen.

Leuk dat je mijn artikel gelezen hebt. Ik ben Floris en met mijn trouwe Nikon Z7 II trek ik erop uit om de wereld vast te leggen. In de weekenden wandel ik regelmatig en uiteraard gaat de camera mee. Mijn specialiteit? Dat is best lastig. Als ik een ding zou moeten noemen dan is het minimalistische natuurfotografie die de essentie van een landschap vangt. Maar ik houd ook veel van het fotograferen van mensen ‘in het wild’.
Ik wil graag fotografie toegankelijk maken voor iedereen. Ik geloof dat iedereen een verhaal kan vertellen door fotografie – ik help je alleen de juiste knoppen te vinden om dat verhaal echt tot leven te brengen! Vind je mijn verhaal leerzaam, laat het me weten!