Je hebt je camera in je hand en je wilt aan de slag. Maar zodra je de instellingen bekijkt, lijkt het wel alsof je een wiskundeboek hebt opengeslagen: sluitertijd, diafragma, ISO… allemaal getallen en formules. Waar begin je? Maak je geen zorgen, ik ga je stap voor stap uitleggen hoe sluitertijd en diafragma werken, en hoe jij ze kunt gebruiken om mooie foto’s te maken. Na het lezen van deze blog voelt de handmatige stand van je camera als een speeltuin vol creatieve mogelijkheden!
Sluitertijd: De baas over beweging
Stel je voor: je wilt een waterval fotograferen. Wil je het water bevriezen in de lucht, of juist een zijdezachte stroom creëren? Dat bepaal je met de sluitertijd!
Wat is sluitertijd?
De sluitertijd (shutterspeed, vaak aangeduid met S) is hoe lang de sensor van je camera licht opvangt. De sluitertijd wordt uitgedrukt in een breuk, dus 1/00 wil zeggen dat de sluiter can je camera één honderdste van een seconden open gaat. Dus een groter getal achter de ‘/’ wil zeggen een kortere sluitertijd. Hoe korter de sluiter open is, hoe minder licht er op de sensor valt en hoe kleiner de kans op bewegingsonscherpte. Kort gezegd:
- Korte sluitertijd (bijvoorbeeld 1/1000): Bevriest beweging, ideaal voor sport- of actiefoto’s.
- Lange sluitertijd (bijvoorbeeld 1/4): Creëert bewegingseffecten (motion blur), zoals lichtstrepen of vloeiend water.
Mijn tip: Als je een lange sluitertijd gebruikt, zorg dan voor een statief om onscherpe foto’s door trillingen te voorkomen.
Diafragma: Jouw controle over licht en scherpte
Heb je ooit een portret gezien met een prachtige onscherpe achtergrond? Of een landschap waar alles haarscherp is? Dat effect bereik je met diafragma.
Wat is diafragma?
Het diafragma (amperture, vaak aangeduid met A) is de opening in je lens die bepaalt hoeveel licht de sensor bereikt. Dit wordt uitgedrukt in f-getallen. Let op: hoe kleiner het getal, hoe groter de opening van het diafragma en hoe meer licht er op de sensor valt en hoe kleiner het scherpe gebied is.
- Groot diafragma (klein f-getal, zoals f/1.8): Laat veel licht binnen, ideaal voor portretten en donkere omgevingen waar alleen het object dat je wilt fotograferen scherp is.
- Klein diafragma (groot f-getal, zoals f/16): Laat minder licht binnen, maar zorgt voor meer scherptediepte – perfect voor landschappen.
Diafragma en sluitertijd bepalen de hoeveelheid licht op je sensor
Diafragma en sluitertijd bepalen de hoeveelheid licht op je beeldsensor. Aan beide knoppen kun je draaien om de hoeveelheid licht aan te passen. Is je foto te donker, dan kun je de sluitertijd verlengen en/of het diafragma vergroten. Houd er wel rekening mee dat dit invloed heeft op de arteristieke aspecten van je foto. Een lange sluitertijd kan bewegingsonscherpte veroorzaken, een groter diafragma verkleint de scherptediepte. Eventueel kun je de ISO-waarde nog aanpassen om te weinig of teveel licht te compenseren. ISO regelt de gevoeligheid van de sensor.

Het samenspel: Creatieve controle met sluitertijd en diafragma
Hier komt het leuke deel: sluitertijd en diafragma werken samen om je foto perfect te belichten én je creatieve visie tot leven te brengen.
Een voorbeeld:
Je fotografeert een kind dat in een park speelt:
- Sluitertijd: Stel een korte sluitertijd (bijvoorbeeld 1/300) in om beweging te bevriezen.
- Diafragma: Gebruik een groot diafragma (zoals f/2.8) om de achtergrond onscherp te maken en het kind eruit te laten springen.
Of misschien wil je een landschap fotograferen:
- Sluitertijd: Gebruik een statief en kies een langere sluitertijd om bijvoorbeeld wolken zacht te laten bewegen.
- Diafragma: Stel een kleiner diafragma in (zoals f/11) om alles van voorgrond tot achtergrond scherp te houden.

Handige oefening voor beginners
Zet je camera in de stand Aperture Priority (A) of Shutter Priority (S). Deze instellingen passen alle overige instellingen aan op basis van het gekozen diafragma of sluitertijd. Dan speel je met één instelling tegelijk:
- A (diafragmavoorkeuze): Kies zelf het diafragma en laat de camera de sluitertijd en ISO aanpassen.
- S (sluitertijdvoorkeuze): Kies een sluitertijd en de camera regelt het diafragma en ISO.
Als je dit eenmaal onder de knie hebt, kun je overschakelen naar de handmatige stand (M) voor volledige controle.
Veelgemaakte fouten
- Te lange sluitertijd zonder statief: Dit zorgt voor onscherpe foto’s. Gebruik een statief of verhoog de ISO-waarde.
- Verkeerd diafragma kiezen: Bij f/22 kan je foto te donker worden; bij f/1.8 kan je onderwerp niet volledig scherp zijn. Experimenteer om de balans te vinden.
- ISO vergeten: Als je sluitertijd of diafragma wijzigt, moet je soms ook de ISO aanpassen om de juiste belichting te krijgen.
Tot Slot: Ga spelen met licht en beweging
Sluitertijd en diafragma zijn geen lastige technische termen; het zijn jouw tools om de wereld op jouw manier vast te leggen. Speel ermee, experimenteer en wees niet bang om fouten te maken. Fotografie is een leerproces, en hoe meer je oefent, hoe sneller je meester wordt over je camera.
Wat is jouw grootste uitdaging bij sluitertijd of diafragma? Laat het me weten in de reacties – ik help je graag verder!

Leuk dat je mijn artikel gelezen hebt. Ik ben Floris en met mijn trouwe Nikon Z7 II trek ik erop uit om de wereld vast te leggen. In de weekenden wandel ik regelmatig en uiteraard gaat de camera mee. Mijn specialiteit? Dat is best lastig. Als ik een ding zou moeten noemen dan is het minimalistische natuurfotografie die de essentie van een landschap vangt. Maar ik houd ook veel van het fotograferen van mensen ‘in het wild’.
Ik wil graag fotografie toegankelijk maken voor iedereen. Ik geloof dat iedereen een verhaal kan vertellen door fotografie – ik help je alleen de juiste knoppen te vinden om dat verhaal echt tot leven te brengen! Vind je mijn verhaal leerzaam, laat het me weten!
