Vorige week stond ik in een slecht verlichte kathedraal. Mijn camera moest naar ISO 12800 om de bewegende mensen scherp te krijgen. Een collega naast me schudde zijn hoofd. “Dat wordt ruis,” zei hij. Toch leverde die foto uiteindelijk een paginagrote publicatie op. De vraag is niet zozeer tot hoeveel ISO je camera technisch kan gaan, maar tot hoeveel ISO jij bereid bent te gaan voor de foto die je wilt maken.
De technische grens van je sensor
Elke camera heeft een maximale ISO-waarde in de specificaties staan. Moderne fullframe camera’s bereiken tegenwoordig ISO 102.400 of zelfs hoger. Dat klinkt indrukwekkend, maar die cijfers vertellen maar de helft van het verhaal. De werkelijke grens ligt bij de bruikbare ISO-waarde, en die verschilt enorm per camera en per toepassing. Ik heb in mijn twintig jaar als fotograaf geleerd dat de specificaties je weinig vertellen over wat je in de praktijk kunt gebruiken. Een camera die tot ISO 51.200 gaat, levert bij die waarde mogelijk onbruikbare beelden op, terwijl een ander model bij ISO 25.600 nog verrassend schone resultaten geeft.
De sensorgrootte speelt hierbij een cruciale rol. Grotere pixels kunnen meer licht opvangen, wat resulteert in een beter signaal-ruisverhouding. Een fullframe sensor presteert daarom beter bij hoge ISO-waarden dan een APS-C sensor, en die weer beter dan een Micro Four Thirds sensor. Concreet betekent dit dat een fullframe camera bij ISO 6400 vergelijkbare beeldkwaliteit levert als een APS-C camera bij ISO 3200. Deze verhouding is niet absoluut, maar geeft wel een praktisch uitgangspunt.
Wat gebeurt er bij een hoge ISO-waarde
ISO verhoogt de gevoeligheid van je sensor door het signaal te versterken. Stel je voor dat je een zwak radiosignaal harder zet. Je hoort de muziek beter, maar ook de ruis neemt toe. Hetzelfde gebeurt in je camera. Bij ISO 100 registreert de sensor het licht direct. Bij ISO 3200 versterkt de camera dat signaal 32 keer. Daarbij wordt niet alleen het gewenste lichtsignaal versterkt, maar ook de elektronische ruis die inherent is aan elke sensor. Deze ruis zie je als korreligheid in je foto, vooral in donkere gebieden en vlakke tonen zoals een blauwe lucht.

Moderne camera’s gebruiken geavanceerde ruisonderdrukking. Deze software analyseert het beeld en probeert ruis te scheiden van details. Dat werkt verrassend goed, maar heeft een prijs. Details worden zachter, texturen minder scherp. Bij portretten kan dit zelfs voordelig zijn, maar bij landschappen verlies je de fijne structuren waar je juist naar op zoek bent. Volgens onderzoek van DXOMark, een onafhankelijk testlaboratorium voor camera’s, presteren topmodellen als de Sony A7S III en Canon EOS R6 uitstekend tot ISO 12800.
De bruikbare grens bepalen
Ik test elke nieuwe camera die ik gebruik op dezelfde manier. Ik fotografeer een standaard testscene bij alle ISO-waarden, van de laagste tot de hoogste. Vervolgens bekijk ik de foto’s op 100% op mijn scherm en bepaal bij welke ISO-waarde de kwaliteit voor mij onacceptabel wordt. Deze grens ligt voor mij bij het punt waar details verloren gaan die ik niet meer terug kan halen in de nabewerking. Voor de meeste moderne fullframe camera’s ligt dat tussen ISO 12800 en ISO 25600.
Maar hier komt de belangrijke nuance: de bruikbare ISO hangt af van je eindgebruik. Een foto voor sociale media van 1080 pixels breed verbergt veel meer ruis dan een afdruk van 100×150 centimeter. Daarnaast speelt het onderwerp mee. Bij een concertfoto accepteer ik meer ruis dan bij een productfoto. De context bepaalt de grens. Zoals fotograaf David Bergman ooit zei: “A sharp photo with noise is always better than a blurry photo without noise.” Die uitspraak heeft mijn benadering van ISO fundamentaal veranderd.
De praktische test voor jouw camera
Doe deze eenvoudige test om de grenzen van je eigen camera te ontdekken. Zet je camera op een statief en fotografeer een scene met verschillende texturen: een boek, een plant, een stuk stof. Maak foto’s bij ISO 100, 400, 800, 1600, 3200, 6400, 12800 en hoger als je camera dat toelaat. Gebruik dezelfde belichting door de sluitertijd aan te passen. Zoom vervolgens in op 100% en bekijk waar de ruis voor jou storend wordt. Dit geeft je een persoonlijke referentie.
Waar je op moet letten
- Kleurenruis is storender dan luminantieruis
- Ruis in schaduwen valt meer op dan in middentonen
- Vlakke gebieden zoals luchten tonen ruis het sterkst
- Details met hoog contrast maskeren ruis beter
Wanneer je bewust voor hoge ISO kiest
In die kathedraal had ik drie opties: een langere sluitertijd met bewegingsonscherpte, een groter diafragma met minder scherptediepte, of een hogere ISO met meer ruis. Ik koos voor ISO 12800 omdat een scherpe foto met ruis beter was dan een onscherpe foto zonder ruis. Die afweging maak je constant als fotograaf. De technische perfectie moet soms wijken voor het vastleggen van het moment.
Sportfotografie is een ander voorbeeld. Bij indoor sportevenementen werk ik standaard tussen ISO 3200 en ISO 6400. De alternatieve opties zijn er simpelweg niet. Een langere sluitertijd geeft bewegingsonscherpte, een groter diafragma heb ik al maximaal open staan. Volgens Imaging Resource, een gezaghebbende bron voor cameratests, accepteren professionele sportfotografen ruis tot ISO 12800 als dat nodig is voor de foto.
Ruis verminderen in de nabewerking
Software zoals Adobe Lightroom, DxO PhotoLab en Topaz DeNoise AI kunnen ruis aanzienlijk verminderen. Deze programma’s gebruiken kunstmatige intelligentie om ruis te onderscheiden van details. Ik heb foto’s van ISO 12800 succesvol gebruikt voor publicaties na zorgvuldige nabewerking. De sleutel is subtiliteit. Te agressieve ruisonderdrukking maakt je foto’s wasachtig en kunstmatig. Ik pas ruisonderdrukking toe tot het punt waar de ruis niet meer afleidt, maar behoud bewust enige korrel voor een natuurlijke uitstraling.
Een praktische tip: bewerk altijd vanuit RAW-bestanden. Deze bevatten veel meer informatie dan JPEG’s en geven je meer controle over ruisonderdrukking. Bij JPEG’s heeft de camera al ruisonderdrukking toegepast, wat je mogelijkheden beperkt. RAW-bestanden laten je zelf bepalen hoeveel detail je wilt behouden versus hoeveel ruis je wilt verwijderen.
De toekomst van hoge ISO-fotografie
Sensortechnologie ontwikkelt zich snel. Camera’s van vijf jaar geleden die bij ISO 6400 al duidelijke ruis toonden, worden nu overtroffen door modellen die bij ISO 25600 nog schone beelden leveren. Deze vooruitgang komt door betere sensorarchitectuur, efficiëntere pixels en slimmere beeldverwerking. Toch blijft de natuurkunde een grens stellen. Meer versterking betekent altijd meer ruis, ongeacht de technologie.
Wat me het meest enthousiasmeert, is dat hoge ISO-waarden ons fotografische mogelijkheden geven die vroeger ondenkbaar waren. Ik kan nu situaties fotograferen die tien jaar geleden onmogelijk waren zonder extra verlichting. Die vrijheid om te fotograferen in beschikbaar licht, hoe zwak ook, opent deuren naar authenticiteit en spontaniteit. Welke ervaringen heb jij met hoge ISO-waarden? Deel je bevindingen in de reacties hieronder.

Leuk dat je mijn artikel gelezen hebt. Ik ben Floris en met mijn trouwe Nikon Z7 II trek ik erop uit om de wereld vast te leggen. In de weekenden wandel ik regelmatig en uiteraard gaat de camera mee. Mijn specialiteit? Dat is best lastig. Als ik een ding zou moeten noemen dan is het minimalistische natuurfotografie die de essentie van een landschap vangt. Maar ik houd ook veel van het fotograferen van mensen ‘in het wild’.
Ik wil graag fotografie toegankelijk maken voor iedereen. Ik geloof dat iedereen een verhaal kan vertellen door fotografie – ik help je alleen de juiste knoppen te vinden om dat verhaal echt tot leven te brengen! Vind je mijn verhaal leerzaam, laat het me weten!
